Nadat ik Prince had verlaten kreeg ik regelmatig bericht van Dr. Hannah dat het goed ging met hem en dat hij niet lang meer in het ziekenhuis zou blijven. De verpleegster uit Fiapre bezocht Prince ook regelmatig en dan belde ze mij zodat ik met hem kon praten. Ik was erg blij met de informatie die ik ontving van Dr. Hanna en de verpleegster.
Een week nadat ik uit Kumasi was vertrokken belde Dr. Hannah dat Prince uit het ziekenhuis kon worden ontslagen. Ze vroeg me om naar Kumasi te komen om de rekening te betalen en dan zou zij ons naar Nsoatre brengen. Zij wilde Lisa en de andere weeskinderen bezoeken.
(Lisa is een beetje het kindje geworden van Dr. Hannah nadat zij haar langdurig had verpleegd voor de bloedziekte anaemia, daarom heeft Lisa bij haar doop op 16 augustus ook de namen gekregen van: Lisa Hannah Yeboah. Ze vond Lisa wel een mooie naam maar wilde ook graag voornaam en achternaam van Dr. Hannah hebben. Lisa had oorspronkelijk een moslim naam en we hadden haar de achternaam van Solo gegeven en de voornaam van Lisa. In Ghana gaat dat allemaal heel gemakkelijk en kun je namen eenvoudig veranderen. Zie ook de foto)
Ik, Solo schrijft verder, was blij met de gekregen informatie. Ik informeerde de kinderen en die werden ook heel blij.
Hoewel ik me verre van goed voelde, was ik zo enthousiasme dat ik mijzelf kon organiseren zodat ik de volgende dag vertrok. Toen ik aankwam bleek dat Dr. Hannah al het papier werk al had geregeld. Dus na een uur waren we met alles gereed en met een brede lach op het gezicht van Prince vertrokken we uit het ziekenhuis. Prince was zó blij dat hij weer naar huis kon.
Aan de rand van Kumasi gekomen bracht Dr. Hannah ons eerst naar een restaurant om te eten. Dr. Hannah bestelde malt, banku en vis, ik nam Multi vitamine drank en biscuit en Prince bestelde Jollof rijst, kip en fanta. Ik lette scherp op Prince en bad dat hij in staat zou zijn om te eten. Hoewel hij niet alles opkon, at hij 80% van de rijst en alle kip en dronk hij zijn drinken op. Ik was oprecht blij. Ik dronk een glas en at twee stuks biscuitjes.
Tijdens onze reis zei Dr. Hannah, ze had me in het restaurant geobserveerd, ik ben blij dat het nu goed gaat met Prince en dat hij naar huis gaat, maar jij bent niet gezond. Ik bevestigde dat ik me niet goed voelde maar zei ik: het zijn spanningen en het is psychisch dus het komt wel weer goed.
In Sunyani stopte Dr. Hannah en kocht vruchtensap, biscuits en een jurk voor Lisa. Toen we aankwamen waren de kinderen heel blij en Dr. Hannah was heel blij de kinderen en speciaal Lisa weer te zien. Ze nam snel Lisa op haar schoot.
De kinderen keken scherp naar Prince. Hoewel Prince sterk vermagerd was waren ze blij hem weer te zien na zo’n lange tijd in het ziekenhuis in Kumasi. Dr. Hannah gaf de kinderen vruchtensap en biscuits en Lisa natuurlijk haar jurk. De kinderen waren uitgelaten blij.
Dr. Hannah bleef enige tijd bij de kinderen totdat ze hun avondeten op hadden. Na het eten zei ze dat ze terug zou gaan naar Kumasi. De kinderen zwaaiden haar buiten de poort uit.
Enige observaties tijdens mijn (Solo’s) verblijf in Kumasi:
Ik verwachtte niet lang in Kumasi te hoeven blijven, dus wilde ik mijn zus en haar man geen overlast aandoen. Ik sliep op een laken op de grond in de woonkamer. Om 5.30 ’s morgens verliet ik dan de woning, wandelde 15 minuten, dan wachten op de trotro (kleine busjes) naar het Suame verkeersplein en daar overstappen op een andere trotro naar het ziekenhuis. Meestal kwam ik daar om 7 -7.15 aan. Ik verliet het ziekenhuis elke dag tussen 6 en 7 uur ’s avonds. Na 2 weken in Kumasi kon ik niet meer slapen, had perioden met zware hoofdpijn en verloor mijn eetlust.
Op de intensive care waar Prince verbleef voor een lange periode was het deerniswekkend; elke week stierven er minsten twee kinderen op die afdeling. (Er zijn 3 intensive care units voor kinderen: van 0 -1 jaar, van 1 – 6 jaar en van 6 – 15 jaar) Van de kinderen en volwassen op een intensive care afdeling overleed 80%. Zodra iemand stierf werd alleen het laken vervangen en kwam er een ander te liggen.
Naar mijn oordeel, aangezien de meeste patiënten welke naar een intensive care unit gaan tevoren zijn opgegeven, krijgen zij niet de nodige aandacht en verzorging. Het is natuurlijk God die het einde van ons leven bepaalt, toch moeten artsen en verpleegsters de patiënten de nodige aandacht schenken, daardoor zouden er levens gespaard kunnen worden.
Een andere waarneming is dat de meeste van de patiënten sterven omdat ze arm zijn. Hoewel er een ziektekostenverzekering is, worden de meeste kosten niet gedekt en ook een aantal ziektes niet. Voorbeeld: de meeste medicijnen, scan, testen enz. deze zaken moet je kopen of vooraf betalen. Omdat de meeste families dit niet kunnen betalen sterven er velen die geholpen zouden kunnen worden. Ik was er getuige van dat er zo veel stierven onder miserabele omstandigheden en daar voel ik me heel slecht over. Sommige situaties waren onmenselijk.
Het was goed dat ik in het ziekenhuis was gedurende de periode dat Prince op de intensive care verbleef in een kritieke situatie. Ik was zeer kritisch en waakzaam; ik zorgde voor de voorgeschreven medicijnen en het bloed. Het was goed dat we een relatie hadden met Dr. Hannah Yeboah en ook met Freda, de verpleegster uit Fiapre, die ook veel heeft geholpen.
Naast God is er de dank voor Kinderhulp Ghana. Wanneer de organisatie er niet geweest zou zijn, had Prince niet onder de slavernij van zijn oom uitgekomen, zou hij niet in het weeshuis zijn opgenomen en zou er geen geld zijn geweest om hem te laten behandelen in het ziekenhuis.
Aanvullende informatie over Prince:
Op 12 februari 2015 is Prince opgenomen in het weeshuis en hij werd ziek op 18 februari. Hij verbleef van 25 februari – 13 april in het ziekenhuis in Kumasi.
Het is daarna heel goed gegaan met Prince; hij is wat stil en enigszins teruggetrokken. Nadat hij terug was in Nsoatre zijn Clement, Benson en George flink met hem aan de slag gegaan om hem bij te spijkeren voor de Junior High. Daarna heeft hij een test afgelegd en kon hij verder in de tweede klas. Na de vakantie in de loop van september dit jaar gaat hij verder in de derde en laatste klas van de Junior High. Zelf is hij bescheiden over zijn schoolresultaten, maar het ziet er goed uit. Hij wil daarna naar de nieuwe Senior High van de stichting met de studierichting economie want hij wil graag accountant worden.
Op 16 augustus kon hij samen met de weeskinderen die nog niet gedoopt waren worden gedoopt.