De SHS draait inmiddels volop. Solo heeft in december een bezoek gebracht om met de leerlingen te spreken. Door de gesprekken ontdekte hij dat 10 studenten uit de verschillende dorpen uit de omgeving kwamen. Dagelijks moeten deze studenten, die soms 20 km van de school wonen, heen en terug lopen. Het is een situatie die veel spanningen geeft.
Er zijn studenten uit Kwabenakuma, Kantro, Asikasu, Amanfoso en Aduonya.
Uit Aduonya komen 4 studenten: 1 meisje en 3 jongens. Zij staan ’s morgens om 4.30 uur op en vertrekken om 5 uur. Voordat ze in Nsoatre zijn gekomen zijn ze vuil en bezweet. De SHS begint al vroeg en soms komen ze te laat en zijn de lessen al begonnen. Voordat ze ’s avonds thuis zijn is het alweer donker en in Aduonya is geen elektriciteit. Uit het gesprek met het meisje blijkt dat ze zeer gemotiveerd is en een goede opleiding wil om zo het gebied Aduonya te helpen. Het is niet gemakkelijk vertelde ze door de grote afstand maar ze zou niet opgeven. Ze heeft de Junior High School gedaan in Odumase dat ligt in de richting van Sunyani langs de weg waar de stichting de 2e waterpomp voor Aduonya heeft laten aanleggen.
Wie had ooit kunnen denken dat kinderen uit Aduonya naar een SHS zouden gaan.
We hadden al enkele jaren gehoord dat op 15 km van Nsoatre er een gebied begon met ca. 35 kleine dorpjes waar vluchtelingen uit het noorden leefden en niemand naar omkeek. De situatie moest daar heel slecht zijn en ook de weg er naartoe. Telkens wanneer we over dat gebied begonnen probeerde men ons er vanaf te houden om een bezoek te brengen.
In 2007 was ik samen met Ad Pronk uit Woerden een aantal weken in oktober in Nsoatre. Op zondag 28 oktober na de kerkdienst zeiden we tegen elkaar: ‘wanneer we Aduonya willen bezoeken moeten we het nu doen’. Ons bezoek zat er bijna op. We zeiden tegen Gideon die er al was om ons die week naar Accra te rijden: ‘start de auto we gaan naar Aduonya’. Dus gingen we op weg en natuurlijk ging Solo toen ook mee, hij kon er niet meer onderuit. Het was inderdaad geen gemakkelijke weg en wanneer het heeft geregend loop je vast met de auto.
Wat waren de mensen verbaasd en ook wel een beetje angstig toen daar een auto stopte en er twee blanke mannen uitstapten, ze hadden nog nooit blanken gezien.
Er was niets in het gebied, geen water, geen elektriciteit, geen scholen en geen zorg voor de gezondheid. De kindersterfte was zeer hoog en veel vrouwen stierven tijdens de bevalling op de zandvloer in hun hut. De mensen proberen in hun onderhoud te voorzien door de verbouw van maïs. Het bleek dat eenmaal per week een pick-uptruck probeerde ze te bereiken om de zakken maïs op te halen.
Nu 8 jaar later is er een basisschool, twee waterpompen en een kliniek en zijn er plannen om 6-klassige nieuwe basisschool te bouwen zodat de oude gebruikt kan worden als Junior High School. Zondags wordt er in de school kerk gehouden. Maar wat is het geweldig en wat moeten we dankbaar zijn dat 4 kinderen naar de nieuwe SHS gaan. Misschien wel kinderen die op de foto’s staan.
De 1e foto is ook de eerste foto die we maakten en laat het verbaasde groepje mensen zien, de 2e enkele kinderen. De derde is gemaakt op 4 februari 2008 toen we met een auto vol met kleding voor volwassenen en kinderen plus zakken met rijst het gebied weer bezochten. Toen we wegreden keek het groepje volwassenen en kinderen ons na.