Dinsdagmorgen 10.00 uur opening van de door Kinderhulp Ghana gefinancierde bouw van een kliniek in Kwabenakuma. Kwabenakuma ligt op 18 km zuidelijk van Nsoatre. In 2010 was de kliniek gebouwd, nadat er eerst voor water was gezorgd door water aan te boren en een pomp te plaatsen.
Nu een half jaar na het gereed komen was de kliniek door het ministerie voor
gezondheid ingericht en was gereed. Tijdens de opening werd uitgesproken dat
het mooi zou zijn wanneer er die dag een van de vrouwen zou bevallen zodat de
kliniek op die wijze geopend kon worden. De kliniek is vooral bedoeld voor bevallingen
want Kinderhulp richt zich op kinderen, hetgeen inhoudt: goed drinkwater, goede
omstandigheden voor, tijdens en na de geboorte (klinieken en consultatiebureaus), scholen met goed onderwijs en natuurlijk de basis de opvang van zwerfkinderen en weeskinderen.
Die dinsdagmorgen was er voor negen uur al een pick-up truck en een luxe auto om ons samen met een aantal dozen naar Kwabenakuma te brengen. De dames hadden dozen vol babykleertjes uitgezocht om na de opening uit te delen. Verder hadden we vier dozen rode poloshirts bij ons om aan de volwassenen in Kwabenakuma te geven.
Om twee minuten voor tien reden we het terrein van de verlaten kliniek op; we waren zoals te verwachten was de eersten. Tevoren hadden we gewaarschuwd dat we niet zouden accepteren wanneer we meer dan twee uur te laat zouden beginnen zoals gebruikelijk. We hadden ons voorgenomen wanneer het programma om elf uur nog niet zou zijn begonnen we zouden vertrekken. Maar het viel gelukkig allemaal mee, om 10.35 uur begon de
vroedvrouw van de kliniek in Nsoatre, die we al jaren kennen, met de afwerking
van het programma.
De ‘Special guest of honour- Hon. DCE Sunyani West District Assembly’ en de groep die voor de ‘Musical Interlude’ zou zorgen, zijn waarschijnlijk na ons vertrek om 13.00 uur gearriveerd of zijn nooit gekomen.
Maar er waren voldoende ‘Chiefs’ en andere zich belangrijk vindende personen
aanwezig. Verder was er ook een groep schoolkinderen bij de genodigden, dus dat
was heel fijn.
Het programma, welke met gebed werd geopend en gesloten, werd gelukkig in een goed tempo afgewerkt. Om half twaalf was het programma met de nodige toespraken afgewerkt. De belangrijke personen kregen een flesje water, de andere gasten een flesje cola of limonade, wij dus als laatste een flesje water, helaas niet voor alle zes ‘witten’ want de dozen waren leeg. Gelukkig hadden we alle zes ‘a very expensive scarf’ van Kente (veelkleurige geweefde stof) gekregen. Nu hoefden we natuurlijk geen cadeau te ontvangen want de aanblik van de gelukkige bevolking die rondom het geheel stond maakte ons al
blij, maar om tot driemaal toe te herhalen dat het een erg duur cadeau was vonden we wel erg overdreven. Solo, oma, opa en Johan ontvingen een dubbel brede sjaal, die van Maria, Marthe en Christine was de helft van de breedte. Afin, in Afrika gaan de dingen nu eenmaal anders dan in Europa.
Persoonlijk vond ik een hoogtepunt het voorstellen van de verpleegster die permanent in de daarvoor speciaal in de kliniek bestemde kamer zou gaan wonen. De bevolking werd er op gewezen dat de ‘nurse’ nog jong en ongetrouwd is en dat de mannen dus ’s nachts niet aan de deur moesten komen zeuren dat ze ziek waren. De hoop werd uitgesproken dat de overlevingskansen van moeder en kind nu sterk zou gaan verbeteren. Er sterven nogal veel vrouwen tijdens een bevalling op de vloer van leem in hun hut. Na afloop werd onmiddellijk een nieuwe matras naar binnen gedragen en wat meubilair, maar ik zag geen bed dus ze zal wel op de matras op de grond slapen.
Het ziet er dus naar uit dat ze direct haar intrek in de kliniek heeft genomen.
In de toespraak die ik zelf moest houden heb ik er op gewezen dat in deze zelfde week de tweede kliniek in Aduonya gereed komt.
De eigenlijke opening werd gedaan door een groep van chiefs, één van hen knipte het lint door. Vervolgens gingen zij de kliniek bekijken en rende de rest op de cola en limonade af.
Het was dus afgelopen en na het opstellen van dozen met kleding op de veranda van de kliniek kon begonnen worden met het uitdelen van de kleding.
Het grootste probleem was om twee rijen te laten vormen, één van de mannen voor de poloshirts, die geschonken zijn door de Nieuwenhuis Groep, en één met vrouwen en baby’s t/m 1 jaar of zwanger.
Maar het is allemaal goed gekomen en om ongeveer twee uur waren we weer ‘thuis’ en kon de maaltijd worden klaar gemaakt.
Na een gezellige avond konden we terugzien op een fijne en enerverende dag. De andere morgen moest Johan al weer om 06.30 op pad om vanuit Sunyani naar Kumasi te gaan. Dus namen we afscheid van Johan.