De volgende morgen was ik om zes uur bij Prince en constateerde dat er veel vooruitgang was. Hij was in staat om zijn handen op te steken. Zijn conditie ging nu dagelijks vooruit, de artsen en verpleegsters waren verbaasd. Allen hadden niet verwacht dat Prince het zou overleven. Een week nadat hij tot bewustzijn was gekomen was Prince in staat om in bed te zitten en kon ik hem helpen naar het toilet te gaan. Hij begon ook pap te eten, het was niet eenvoudig voor hem maar langzaan aan was hij in staat om te eten.
Mijn vrouw Regina en de kinderen Christian en Tina kwamen ons bezoeken. Regina was heel blij met de situatie toen ik haar had bijgepraat. Maar ondanks dat ze blij was voor Prince, was ze erg bezorgd om mij, ik was erg veranderd. Ik zei haar, het komt allemaal wel weer goed, je moet bidden en laten we het beste er maar van hopen.
Christian en Tina mochten de afdeling niet bezoeken in verband met mogelijke infecties. Dus mijn zuster paste op hen. Ook Regina mocht niet te lang blijven dus ging ik met Regina mee naar de kinderen. Ik was heel blij om ze na zo’n lange tijd weer te zien. Ik was een half uur bij ze en ging samen met mijn zus terug naar de afdeling. Ook mijn zuster was heel blij toen ze Prince zag en de verbetering van zijn conditie zag ten opzichte van haar vorige bezoeken. Regina, de kinderen en mijn zus gingen weer terug naar het huis van mijn zus.
De volgende morgen, toen de artsen kwamen, vertelden ze dat het steeds beter ging. Maar het is belangrijk dat hij gaat eten en vitamines krijgt. Dus ze schreven drie vitamines op die ik moest gaan kopen. Ik ging snel naar de stad om de vitamines te kopen die het immuun systeem moeten verbeteren en de lust om te eten zouden doen toenemen. Dr. Hanna telefoneerde me ’s avonds en vroeg of ik de Multi vitamines en de andere medicijnen had kunnen kopen. De dag hierna werd Prince overgeplaatst naar de gewone verpleegafdeling die heel veel beter bleek te zijn dan de intensive care afdeling.
Na twee dagen op de nieuwe afdeling werd de conditie van Prince steeds beter en Dr. Hannah zei tegen me dat ik wel naar huis kon gaan. Zij zouden wel voor Prince gaan zorgen nu hij van de intensive care af was. De verwachting was dat hij nog twee weken zou moeten aansterken en dan kon worden ontslagen uit het ziekenhuis. Ik had er ook vertrouwen in, hij was nu zover opgeknapt dat ik zonder problemen weg zou kunnen gaan. ’s Avonds vertelde ik Prince dat ik de volgende dag naar Nsoatre zou gaan omdat hij nu zoveel beter was, hij zei dat is goed. Hij vroeg of ik voor mijn vertrek naar Nsoatre nog langs kwam? Ik antwoordde natuurlijk, ik wil je eerst nog zien voordat ik afreis. Die avond bezocht de verpleegster uit Fiapre, Prince. Ik verliet om ongeveer 7 uur ’s avonds de afdeling samen met haar, ik vertelde haar dat ik de volgende dag terug zou keren naar Nsoatre. Ze zei er is geen enkele belemmering, er zijn geen problemen meer met zijn gezondheid. Ze was zo vrij om te zeggen: “God is geweldig omdat, naar de mens gesproken, er geen enkele indicatie was dat Prince het zou overleven. Ook de artsen zijn verbaasd.” Ik bedankte haar voor alles wat ze had gedaan om het leven van Prince te redden, hoewel het natuurlijk de Heere was die zijn leven spaarde. Tenslotte vroeg ik haar om zo vriendelijk te zijn om Prince te bezoeken tijdens mijn afwezigheid. Ze beloofde en verzekerde me dat ze Prince zou bezoeken en dat ze hem dan via haar telefoon met mij zou laten praten.
De volgende morgen ging ik naar het ziekenhuis om Prince en Dr. Hannah te zien. Toen ik bij Prince kwam glimlachte hij en was erg opgewekt. Hij vroeg of ik naar Nsoatre zou gaan, ik zei ja, maar eerst ga ik nog naar Dr. Hannah. Hij vroeg of ik de groeten wilde doen aan de gehele familie in het weeshuis.
Ik verliet de afdeling en ging naar de kinderafdeling om Dr. Hannah te zien. Ik ontmoette haar en zij verzekerde me dat zij Prince tweemaal per dag zou bezoeken. Ze zei: bid maar veel voor hem, want ik ben ik zeker van dat hij over twee weken uit het ziekenhuis zal worden ontslagen. Ze prees mij voor mijn moed; om tegen harde en moeilijke condities in te gaan om het leven van Prince te sparen. Ze zei: God heeft een wonder gedaan en jij moet je nu ontspannen. Ze liep met me mee naar de afdeling en zei tegen Prince, dat wanneer ik er niet was, zij er zou zijn en dat hij niet bang behoefde te zijn en zij hem tweemaal per dag zou bezoeken. Ze vertrok naar de kinderafdeling en ik bleef bij Prince tot drie uur ‘middags.
Om zes uur was ik terug in Nsoatre. De kinderen waren heel blij om me weer te zien en ze vroegen naar de gezondheid van Prince en ik vertelde ze dat door Gods genade het goed gaat met Prince. De kinderen klaagden dat ik zo mager was geworden. Ik had veel gewicht verloren (Solo woog nog maar ca. 50 kg en zou nog meer afvallen maar daarover later). Ik zei tegen de kinderen, dat is geen probleem, spoedig zal ik wel weer zwaarder worden.
Ik was zeer zwak en vermoeid. Maar dacht spoedig zal ik weer op krachten zijn want ik ben thuis. Maar het ging niet goed met me omdat ik niet meer kon slapen en steeds zwakker werd. Toch had ik hoop dat naar verloop van tijd ik weer gezond zou worden.
Hierna zullen we nog een blog schrijven over Prince (het is een vertaling van het verhaal van Solo zelf) en daarna zullen we Solo aan het woord laten hoe het verder met hemzelf is gegaan.