Een bevalling

Tijdens het bezoek deze dinsdagmorgen is er een moeder met haar dochter en die dochter  wacht op de geboorte van haar eerste kindje.
Afgesproken wordt dat Maria en Christine de bevalling zullen bijwonen.
Thuisgekomen wordt er een tas vol babykleertjes uitgezocht en een dekentje om na de bevalling aan de moeder te geven. Ongeduldig wachten Maria en Christine af en die middag gaan ze toch nog even op de fiets naar de kliniek om te kijken. Maar er wordt verwacht dat het wel avond zal worden. Dus afwachten maar en hopen dat ze op tijd worden gewaarschuwd.

De verpleegster die permanent in de kliniek in Kwabenakuma is gestationeerd was deze morgen ook aanwezig. Zij vaccineerde de hele jonge baby’s. Na haar werk wil ze langs komen voordat ze naar Kwabenakuma terugkeert. Voor haar wordt een flinke tas met babykleertjes ingepakt, zodat ze steeds na een bevalling kleertjes kan geven voor de pasgeborene. Voor haar persoonlijk doen we er een grote gebreide bedsprei bij plus een op zonnecellen werkende bureaulamp, dan heeft ze toch licht in het donker in een dorp waar
geen elektriciteit is.

Om half elf in de avond komt het telefoontje dat de bevalling begint. Binnen vijftien minuten zijn Maria en Christine in de kliniek, helaas moeder en kind liggen al heerlijk in hun bed. Het telefoontje was dus wel aan de late kant. Nu maar wachten op de volgende.

 

 

De volgende morgen gaat Marthe snel naar de kliniek om het baby’tje even vast te houden.

Nsoatre kliniek

Op deze zonnige dinsdagmorgen zie ik tegen half acht de weeskinderen weer naar school gaan, ook op de dagopvang is er al beweging en Solo komt met een grote trekkar met yam het terrein op; voedsel voor de kinderen. Gisteren is het de hele dag regenachtig gebleven.

We brengen een bezoek aan de kraamafdeling/consultatiebureau van de kliniek in Nsoatre. Dinsdag is de dag dat de moeders met de jonge kinderen naar de kliniek komen voor de controle van de kinderen. Een grote weekendtas propvol, door de vrouwenvereniging gebreide, vestjes en broekjes gaan mee om uit te delen aan de moeders met baby’s en verder hebben we een grote doos met allerlei verbandmiddelen en andere zaken voor de kliniek.

Alles wordt in een taxi geladen die Solo had geleend en bestuurde, 2 weekendtassen, een koffer en een doos, met 234 gebreide broekjes, 47 gebreide vestjes, 120 truitjes en nog een doos met verbandmiddelen. Ik ga met Solo mee in de taxi en de dames gaan lopen. Een uur lang delen de dames de kleding uit. Vele gelukkige moeders achterlatend gaan we weer naar ons huis.

Aduonya!

Op 15 km noordelijk van Nsoatre ligt het gebied Aduonya met ongeveer 35 kleine dorpjes waar vluchtelingen uit het noorden van Ghana wonen. Vier jaar geleden zijn we in dit gebied begonnen met hulp te bieden.
Het gebied had niets: geen drinkwater, geen stroom, geen scholen en geen medische zorg. Inmiddels zijn er twee waterpompen en een school en deze week is de kliniek gereed.

Veel vrouwen en kinderen overlijden er tijdens de bevalling. Bevallingen vinden dikwijls plaats in het donker op de grond in de hut waar ze wonen. We hopen dat dit zeer  binnenkort verleden tijd is wanneer ze in de nieuwe kliniek kunnen bevallen.

We zouden met de pick-up truck volgeladen met dozen met kleren voor groot en klein en dekentjes, gebreid door de vrouwenvereniging van de Geref. Gemeente uit Woerden, voor de baby’tjes gaan. De weg naar Aduonya is zeer slecht en het gebied is niet bereikbaar in het regenseizoen en wanneer het buiten het regenseizoen flink heeft geregend.

Helaas begint het deze nacht om één uur hard te regenen en het duurt tot tegen de middag, dus bijna twaalf uur lang stortregen, alles staat blank. Om vier uur, deze maandagmorgen, zijn de meisjes al wakker van de stromende regen. De komende dagen is Aduonya niet meer bereikbaar.

Maar het openbare leven in Nsoatre ligt ook stil. Er zijn geen kinderen op de dagopvang. Om 05.30 uur is onze kokkin al begonnen om de pap voor het ontbijt te koken maar er zijn geen kinderen gekomen. Ook de scholen liggen stil, ook onze weeskinderen gaan niet naar school vanmorgen.
Onze hulp komt om half tien, en dat hadden we niet verwacht, want wanneer het regent staat er al snel 30 cm water in het huisje waar ze woont en moeten ze continue water naar buiten scheppen. Wanneer je arm bent en in een hutje moet wonen ben je slecht af in Ghana. Beter bedeelden wonen hoger, hoe armer je bent hoe lager je woont en dikwijls stroomt het water als een rivier door je huis.

We vernamen dat onze kokkin het initiatief had genomen om met de grote kookpot met pap de nabijgelegen wijk met zeer arme mensen in te gaan ondanks de stromende regen. Ze werd met gejuich ontvangen tijdens het uitdelen.

We hopen dat we enkele dagen met stralende zon krijgen; dan kunnen we misschien donderdag of vrijdag alsnog gaan, want juist de inwoners van Aduonya hebben de kleding hard nodig, op de foto’s is te zien hoe men gekleed ging toen we er in oktober 2007 voor het eerst kwamen en ze voor het eerst blanken zagen.

Martha is jarig!

Zaterdag 16 juli is het de verjaardag van Martha, ze wordt 9 jaar. Voor haar wordt een kinderfeestje georganiseerd deze zaterdagmiddag.

Echter al vroeg in de morgen komt Solo langs, hij was al voor zessen op pad geweest met de motor om poolshoogte te nemen in Ayakomaso. Nu komt hij ons ‘sad news’vertellen. Op weg van school naar huis is er vrijdagmiddag een meisje van 10 jaar verongelukt. Ayakomaso ligt langs de hoofdweg van Nsoatre naar Sunyani op 6,5 km van Nsoatre en behoort tot Nsoatre.
Er is geen school en de kinderen moeten langs de hoofdweg lopen naar Sunyani 8 km of naar  Nsoatre om naar school te gaan. Vorig jaar zijn er twee kinderen uit Ayakomaso, waar we van weten, doodgereden en nu dus weer dit meisje. Dit komt door het roekeloze rijgedrag in Ghana van automobilisten die bij het inhalen over de vluchtstrook rijden waar
dus de kinderen lopen.

Om drie uur die middag begint het verjaardagsfeestje van Martha, er zijn cupcakes gebakken die mooi zijn opgemaakt, er is ook een mooie taart gebakken waarop ‘Happy Birthday’ staat en verder is er limonade en chips. Martha wordt toegezongen en ze krijgt de cadeautjes die haar adoptieouders hebben meegegeven. Ze is beduusd onder al die aandacht, van nature is ze stil en een beetje teruggetrokken, het is een lief meisje die het
liefst anderen helpt. Daarom hebben we Korkor, zoals ze heette, de christelijke naam Martha gegeven. Nadat de volwassenen weg zijn spelen de kinderen tot het avondeten gezellig bij ons op het terras.

Die avond is het een enorm kabaal in de kerk, de band is aan het oefenen. Het klinkt voor geen meter. Onze dames gaan naar de kerk en Maria legt uit dat ieder voor zich wel kan zingen, maar dat de muziek zo hard speelt dat ze elkaar niet kunnen horen tijdens het zingen.  Dus ze zingen maar wat en op een afstandje is dat geen gehoor, maar zelf merken ze dat niet. Maria adviseert ze om te oefenen zonder band en ook de band moet apart oefenen voordat ze samen gaan. Er wordt naar geluisterd en dat merken we tot onze schrik wanneer om vier uur die nacht de band alleen begint te oefenen en we dus wakker schrikken.

Zondagmiddag, na de kerkdienst, waarbij we dachten rustig te kunnen genieten van het bij elkaar zitten en het mooie weer, besluit ook de band inderdaad zonder de muziek flink te gaan oefenen. Ze hebben er schik in want ze gaan nog uren door waarbij ze flink in hun handen klappen. Dit is Ghana!

Kinderen! Kinderen! Kinderen!

Ja, kinderen en nog meer kinderen, deze vrijdag stond in het teken van de kinderen.

’s Morgens om 09.00 uur eerst een bezoek aan de ‘Junior High’. Alle jongens en meisjes krijgen een balpen en het onderwijzend personeel een poloshirt.

Vervolgens naar onze ‘Daycare’ klas 1 en 2. Aan de kinderen van de dagopvang worden cadeautjes gebracht die de kinderen van de ‘Fiskebekk Barnehage’ de dagopvang in Ålgård, Noorwegen, hadden gegeven. De kleintjes in klas 1 krijgen knuffels en de twee 2de klassen krijgen speelgoed.

Na de koffie op naar de twee 3de klassen van de dagopvang want die krijgen potloden, kleurpotloden en kleurboeken.

 

 

Na de ochtendpauze van de ‘Primary Schools’ krijgen de vier basisscholen, op de grote compound van de Presbyterianen, een bezoek.


We kunnen precies alle schoolkinderen een balpen geven en dan zijn er maar een paar over, en dat terwijl we twee tassen vol hadden. We hebben niet geteld maar het zullen er niet veel minder zijn geweest dan 1500. Al het onderwijzend personeel kreeg een poloshirt. Het was een hele happening.

Terwijl we zo rondliepen zagen we enkele moeders met een baby’tje of een klein kindje. Maria, Christine en Marthe moesten de
kleintjes natuurlijk even knuffelen. De moeders werden daarop uitgenodigd om naar ons huis te komen voor kleertjes voor de kinderen. Nu, dat liet niet lang op zich wachten, we waren nog maar goed en wel terug of daar kwamen ze al. We hebben nog heel veel voor kleine kinderen, dus we konden flink uitdelen.

 

 

Die middag kwamen de meisjes uit het weeshuis bij ons. Christine en Marthe zijn gezellig met de meisjes gaan knutselen.

Morgen is het alweer de derde en laatste zaterdag in Nsoatre, want volgende week zaterdag hopen we af te reizen naar de kust voor een korte strandvakantie. Aan onze hulp Lucy hebben we gevraagd om niet om acht  uur maar om negen uur te komen zodat we wat langer kunnen slapen. Ik hoop niet dat we vroeg gewekt worden door de muziek, want zaterdag is de dag van de begrafenissen, en een begrafenis in Ghana is een geweldige happening met uren lang keiharde muziek die niet om aan te horen is, Aangezien er bij ons
onderkomen veel open terrein is worden daar nogal eens de feesttenten opgesteld voor zo’n begrafenis.

Bezoek aan een cacao plantage

Maria wilde graag een cacao plantage bezoeken. Zij wilde gegevens verzamelen voor echtgenoot Herbert in verband met zijn ‘Fairtrade’ activiteiten in Noorwegen. Wij, oma en opa, hadden al eerder een bezoek gebracht aan de plantage van de ‘administrator’. De ‘administrator’ heeft in het verleden, in opdracht van de regering, land toegewezen aan de arme bevolking van Nsoatre. Tijdens de periode dat Solo studeerde aan de universiteit heeft hij leiding gegeven aan de dagopvang van de stichting.

De plantage heeft een grootte van 32 hectare en naast cacao zijn er gedeelten met sinaasappel- mandarijn- citroen- en limoenbomen.  Verder is er land met planteen, bananen, yam en cassave. Er werken 10 mannen, elk ca 6 uur per dag. Op de plantage is een nederzetting, een klein dorpje, waar deze werkers met hun gezinnen wonen. Ook
de vrouwen werken mee. Niet alle werkers zijn getrouwd, de jongere kinderen liepen rond en de oudere kinderen waren naar school in Kwabenakuma.

We delen poloshirts uit aan de mannen en vrouwen en verder geven we tassen met mannen-, vrouwen- en kinderkleding af die ze zelf verdelen. De kleinere kinderen worden ter plaatse voorzien van diverse sets kleertjes.

Wij krijgen cacaovruchten, mandarijnen en sinaasappelen. Wanneer je de grote cacaovruchten doorsnijdt zie je de boontjes zitten. De boontjes hebben een witpluizig omhulsel welke een heerlijke frisse  smaak hebben. Je zuigt op het boontje maar eet het boontje niet op, dat gooi je weg. Het zijn deze boontjes die de basis zijn van de cacao.

Het duurt ongeveer 3 jaar voor een boom voor de eerste keer geoogst kan worden, een boom kan wel meer dan 100 jaar oud worden, en geeft vrijwel elk jaar oogst. Gemiddeld kan er 3x per jaar geoogst worden maar er is maar 1 hoofd oogst en dat is tussen oktober en december.

Per oogst kunnen er ongeveer 10 zakken met 64 kg gedroogde cacaoboontjes gevuld worden op deze plantage. Dit is in het hoogseizoen, de andere oogsten zijn wat minder.

 

Elke zak is dus 64 kilo, goede kwaliteit bonen (wat afhankelijk is van zowel de bemesting, de manier waarop je ze verzorgd, en hoe je ze droogt) zijn zwaarder, en dus is je zak eerder 64 kilo. Voor 1 zak van 64 kilo ontvangt de boer 200 Gh¢, ca €100,–.

De plukkers krijgen geen uur- of aandloon, maar 1/3 van de opbrengst wordt verdeeld onder de werkers, 2/3 gedeelte gaat naar de
eigenaar van de plantage.

Een snelle berekening :

Zeg dat er in het hoogseizoen 10 zakken worden gevuld, en de andere 2 x 5 zakken.

Totaal 20 zakken x 100 euro = 2000 euro per jaar.
Gedeeld door 3 is dit dus 666 euro voor de werkers, en met 10 werkers is dit dus 66 euro per jaar per persoon of gezin.

Stop je een cacaoboon in de grond dan duurt het 2-8 jaar voor er een boom met vruchten staat.

Er zijn hier 2 soorten bomen, de snelle en de langzame.

De snelle noemen ze hier AkƆkora bƐ di, wat betekent: “old man can plant and get the yields to sell for money and spend before death” Deze groeit in 2-3 jaar.

De langzame noemen ze AbranteƐ bƐ di, wat betekent: “young man can plant and get the yields to sell for money and spend before death” Deze groeit in 6-8 jaar.

Het proces van cacaovrucht tot verkoopbare boon verloopt als volgt:

Plukken, openen, bonen eruit halen, bonen op planteenbladeren leggen en goed ermee toedekken zodat er zo weinig mogelijk ongedierte en regen bij kan.

Zeven dagen laten liggen (fermenteren), matten op tafels leggen, cacaobonen erop uitspreiden (tot wel 10x per dag worden de bonen even met de hand door elkaar gehusseld en verspreid, om alles zo goed mogelijk te laten drogen), slechte bonen worden eruit gehaald, 1 week zo laten liggen, (bij regen worden de bonen snel toegedekt met planteenbladeren, eventueel platen en takken er bovenop – als de bonen nat worden, begint het droogproces opnieuw in principe, maar de bonen hoeven gelukkig niet meteen weggedaan te worden als ze nat worden, ze worden er niet slecht van, alleen nat).

Als de bonen goed gedroogd zijn, worden ze naar een centrale plek gebracht waar het verder verwerkt wordt. Er zijn veel van deze centrale plekken, bijv. in Kwabenakuma.

Op de terugweg delen we nog wat kleertjes en
knuffels uit voor kleine kinderen. Ook worden de laatste twee poloshirts die we bij ons hebben uitgedeeld.

 

 

 

 

 

Onderweg komen we een jonge moeder met een jerrycan
op haar hoofd, een baby’tje op haar rug en een klein kindje aan haar hand tegen. Voor de kinderen gaven we enkele sets kleding en Maria wilde het baby’tje
vasthouden, dat mocht maar de moeder was heel angstig. Solo legde snel uit dat ze niet bang hoefde te zijn want dat Maria het baby’tje weer terug zou geven.
Blij vervolgde de moeder haar weg, maar nu met een zak met kleding erbij.

 

 

 

Tenslotte kwamen we langs een klein dorpje waar we de laatste kinderkleding en knuffels die we bij ons hadden uitdeelden. Het bleek dat er in dit dorpje een babytweeling was. Gelukkig hadden we nog babykleertjes zodat ook deze moeder kon worden blij gemaakt.

Teruggekomen vertelden Christine en Marthe, die niet meegegaan waren, dat ze aan alle kinderen van groep 1 en 2 van de dagopvang (ruim 180 kinderen) sokjes hadden gegeven. Verder hadden ze aan de twee klassen van groep 3 nieuwe liedjes geleerd. Dus ook hun morgen was goed besteed.

Een dag van hard werken voor de dames

Woensdag was de dag om alle dozen te openen, uit te zoeken en te selecteren. Verbaasd werd geconstateerd dat er heel veel mooie, zelfs nieuwe en bekende merken kleren waren. Verder waren er schoenen, tasjes, veel sokken, babydekentjes, veel prachtige gebreide babytruitjes en broekjes, heel veel babykleertjes, jongens- en meisjeskleding, kleding voor volwassenen, veel speelgoed en knuffels enz. enz.

Maar eerst werd er ’s morgens met de kinderen van de dagopvang buiten op het grasveld weer een lied gezongen en ingestudeerd met de bijbehorende bewegingen.

De rest van de dag was het hard werken om alles op maten en soorten te sorteren en opnieuw in verschillende dozen te pakken en te verdelen over de te brengen bezoeken in de ons nog resterende dagen.

Tijdens het uitpakken kwamen er drie nieuwe dozen  een schoenendoos met plastic schijfjes waarmee je van alles kunt bouwen. Nu die hebben we gauw naar de weeskinderen gebracht. Die avond zaten alle tien de kinderen gezellig rondom de grote tafel hiermee te spelen.

Opening kliniek Kwabenakuma

Dinsdagmorgen 10.00 uur opening van de door Kinderhulp Ghana gefinancierde bouw van een kliniek in Kwabenakuma. Kwabenakuma ligt op 18 km zuidelijk van Nsoatre. In 2010 was de kliniek gebouwd, nadat er eerst voor water was gezorgd door water aan te boren en een pomp te plaatsen.
Nu een half jaar na het gereed komen was de kliniek door het ministerie voor
gezondheid ingericht en was gereed. Tijdens de opening werd uitgesproken dat
het mooi zou zijn wanneer er die dag een van de vrouwen zou bevallen zodat de
kliniek op die wijze geopend kon worden. De kliniek is vooral bedoeld voor bevallingen
want Kinderhulp richt zich op kinderen, hetgeen inhoudt: goed drinkwater, goede
omstandigheden voor, tijdens en na de geboorte (klinieken en consultatiebureaus), scholen met goed onderwijs en natuurlijk de basis de opvang van zwerfkinderen en weeskinderen.

Die dinsdagmorgen was er voor negen uur al een pick-up truck en een luxe auto om ons samen met een aantal dozen naar Kwabenakuma te brengen. De dames hadden dozen vol babykleertjes uitgezocht om na de opening uit te delen. Verder hadden we vier dozen rode poloshirts bij ons om aan de volwassenen in Kwabenakuma te geven.

Om twee minuten voor tien reden we het terrein van de verlaten kliniek op; we waren zoals te verwachten was de eersten. Tevoren hadden we gewaarschuwd dat we niet zouden accepteren wanneer we meer dan twee uur te laat zouden beginnen zoals gebruikelijk. We hadden ons voorgenomen wanneer het programma om elf uur nog niet zou zijn begonnen we zouden vertrekken. Maar het viel gelukkig allemaal mee, om 10.35 uur begon de
vroedvrouw van de kliniek in Nsoatre, die we al jaren kennen, met de afwerking
van het programma.

De ‘Special guest of honour- Hon. DCE Sunyani West District Assembly’ en de groep die voor de ‘Musical Interlude’ zou zorgen, zijn waarschijnlijk na ons vertrek om 13.00 uur gearriveerd of zijn nooit gekomen.
Maar er waren voldoende ‘Chiefs’ en andere zich belangrijk vindende personen
aanwezig. Verder was er ook een groep schoolkinderen bij de genodigden, dus dat
was heel fijn.

Het programma, welke met gebed werd geopend en gesloten, werd gelukkig in een goed tempo afgewerkt. Om half twaalf was het programma met de nodige toespraken afgewerkt. De belangrijke personen kregen een flesje water, de andere gasten een flesje cola of limonade, wij dus als laatste een flesje water, helaas niet voor alle zes ‘witten’ want de dozen waren leeg. Gelukkig hadden we alle zes ‘a very expensive scarf’ van Kente (veelkleurige geweefde stof) gekregen. Nu hoefden we natuurlijk geen cadeau te ontvangen want de aanblik van de gelukkige bevolking die rondom het geheel stond maakte ons al
blij, maar om tot driemaal toe te herhalen dat het een erg duur cadeau was vonden we wel erg overdreven. Solo, oma, opa en Johan ontvingen een dubbel brede sjaal, die van Maria, Marthe en Christine was de helft van de breedte. Afin, in Afrika gaan de dingen nu eenmaal anders dan in Europa.

Persoonlijk vond ik een hoogtepunt het voorstellen van de verpleegster die permanent in de daarvoor speciaal in de kliniek bestemde kamer zou gaan wonen. De bevolking werd er op gewezen dat de ‘nurse’ nog jong en ongetrouwd is en dat de mannen dus ’s nachts niet aan de deur moesten komen zeuren dat ze ziek waren. De hoop werd uitgesproken dat de overlevingskansen van moeder en kind nu sterk zou gaan verbeteren. Er sterven nogal veel vrouwen tijdens een bevalling op de vloer van leem in hun hut. Na afloop werd onmiddellijk een nieuwe matras naar binnen gedragen en wat meubilair, maar ik zag geen bed dus ze zal wel op de matras op de grond slapen.
Het ziet er dus naar uit dat ze direct haar intrek in de kliniek heeft genomen.

In de toespraak die ik zelf moest houden heb ik er op gewezen dat in deze zelfde week de tweede kliniek in Aduonya gereed komt.

De eigenlijke opening werd gedaan door een groep van chiefs, één van hen knipte het lint door. Vervolgens gingen zij de kliniek bekijken en rende de rest op de cola en limonade af.

 

Het was dus afgelopen en na het opstellen van dozen met kleding op de veranda van de kliniek kon begonnen worden met het uitdelen van de kleding.

 

Het grootste probleem was om twee rijen te laten vormen, één van de mannen voor de poloshirts, die geschonken zijn door de Nieuwenhuis Groep, en één met vrouwen en baby’s t/m 1 jaar of zwanger.

  

Maar het is allemaal goed gekomen en om ongeveer twee uur waren we weer ‘thuis’ en kon de maaltijd worden klaar gemaakt.

Na een gezellige avond konden we terugzien op een fijne en enerverende dag. De andere morgen moest Johan al weer om 06.30 op pad om vanuit Sunyani naar Kumasi te gaan. Dus namen we afscheid van Johan.

Johan komt op bezoek

Om drie uur die maandagmorgen moest Johan, onze oudste zoon, al opstaan om de bus te halen in Bolgotanga. Johan verbleef sinds enkele dagen in Navrongo, één van de meest noordelijke steden van Ghana, bij zijn kennis Pastor Solomon. Eerst van Navrongo naar Bolgotanga, ofwel Bolga om de bus van 06.30 uur te halen. Nu dat ging gemakkelijk want de bus bleef wachten totdat hij vol zat en vertrok om 8 uur. Om drie uur die middag zou Johan ongeveer aankomen in Sunyani. Solo en Maria zouden naar Sunyani gaan, om nog wat inkopen te doen, en zouden met Johan met een taxi terugkomen naar Nsoatre. In verband met het boodschappen doen dacht men om ca. half twee naar Sunyani te gaan. Wanneer Johan met de bus in Techniman zou zijn zou hij bellen want dan is het nog een uur rijden naar Sunyani. Zo was alles netjes gepland.

De dag zou na het ontbijt beginnen met de komst van de monteur om de airconditioning te plaatsen, om één uur kon hij dan gemakkelijk klaar zijn en konden Solomon en Maria naar Sunyani. Solomon voelde zich verantwoordelijk dus wilde hij bij het hele montage proces aanwezig zijn. Om negen uur geen monteur, Solo bellen, nu hij was onderweg. Sunyani-Nsoatre is slechts 30 minuten dus lang kon het niet duren, nog geen enkel probleem voor onze zorgvuldige Nederlandse planning. Echter we zijn in Ghana en zitten op de tijdlijn GMT ‘Greenwich Mean Time’, in Ghana echter ‘Ghana My Time’ of ‘Ghana Maybe Time’. Om tien uur nog geen monteur. Weer bellen, de telefoon was uitgezet. Toen we de moed hadden opgegeven kwam om elf uur de monteur het terrein opwandelen. Ik zal u de montageperikelen besparen. Ruim na tweeën gaan Maria en Solo naar Sunyani, Johan belde dat hij Techniman naderde en de monteur was nog aan het afronden.

Vanuit Sunyani belde Solo dat ze Johan gingen oppikken en dat ze vast een taxi vooruit hadden gezonden met de boodschappen. We konden dan vast beginnen met de maaltijd gereed te maken want Johan zou wel trek hebben. Om even na vieren kwam ook de taxi met Johan, Maria en Solo. Het was een blijde ontmoeting met Johan die al enkele weken in Ghana en Togo achter de rus had.

Dankbaar konden we terugzien op een enigszins chaotische dag waar uiteindelijk alles goed is gekomen. En we hadden airconditioning. We hadden een goede unit gekocht merk LG, maar zoals bij nagenoeg alle producten sturen fabrikanten naar Ghana kennelijk alleen maar rotzooi. Volgens de omschrijving heeft de fan van onze airconditioning vier standen: low-medium-high, nog een keer tellen: low-medium-high, wij tellen drie standen, het kan ook niet zo zijn dat er een stand fan uit bijgeteld moet worden want die is er niet. Nu proberen maar; er blijken maar twee standen te zijn: hard blazen en heel hard blazen. Kortom het werkt weer niet zo als zou moeten.

Jam en veel andere levensmiddelen komen uit Nederland, jam van de firma Geurts uit Dodewaard, verschillende smaken, maar elke smaak is bijna hetzelfde en de jam bestaat alleen uit gelei. Gloeilampen komen uit China en hebben ca. vier branduren, dus die nemen we zelf mee uit Nederland. De TL’s die we voor de beveiliging ’s nachts op de gebouwen hebben branden moeten bijna wekelijks worden vernieuwd. Dit soort zaken maken leven in Ghana niet makkelijk want de prijzen van de producten zijn meestal hoger dan in Nederland. Je moet je dan voorstellen dat veel gezinnen in Nsoatre, die alleen maar een stukje land toegewezen hebben gekregen om iets te verbouwen, moeten rondkomen van ca. € 10 per maand. Zij kunnen alleen maar staren naar de slechte lampen en nooit proeven van de geleiachtige jam. Zij kunnen alleen maar cassave, planteen (bakbananen), yam (soort grote aardappel) met wat pindasoep, een stuw met een beetje gekookte groente en een fijngewreven vissenkop er door of een hete saus met veel rode peper en tomaten er door, eten.

Een zondag met de kinderen

Zondagmiddag hebben we de cadeautjes aan de kinderen  gegeven die enkele donorouders hadden meegegeven. Voor de andere kinderen  hadden Maria, Marthe en Christine iets opgezocht uit de dozen met spullen die  vorige week donderdagmorgen waren gekomen. Alle 10 kinderen hadden een  pakketje. Eerst kwamen de meisjes en er werd meteen een poosje met ze gespeeld.  Hierna kwamen de jongens die meteen een uur zijn blijven spelen met hetgeen ze zojuist hadden gekregen.

Die avond, terwijl Solo bij de kinderen was, hebben  de dames en Regina veel zitten praten over de baby die Regina verwacht in oktober/november. Er zat een mooie draagdoek bij de spullen uit Nederland en dat vond Regina prachtig. Er werd gedemonstreerd hoe we de baby’s in Nederland dragen. Regina wil straks haar baby ook zo gaan dragen in plaats van zoals hier de kinderen op de rug. We hebben nog een grote babypop en Regina draagt hem in de draagzak. Dan gaan ze met zijn allen naar Solo bij de weeskinderen. De twee meisjes lopen gauw vooruit en jagen Solo de stuipen op het lijf, door te zeggen dat Regina de baby al heeft. Hij trok bijna wit weg en helemaal toen Regina met de draagzak en de babypop erin er aan kwam. Gelukkig werd de grap snel ingezien  en ging ook Solo met de draagzak rondlopen.